Naar inhoud

Berekening van de inkomsten uit sociale huurwoningen - Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Zoals u weet, variëren de huren voor sociale woningen volgens verschillende factoren. Wat zijn deze factoren en hoe wordt de huur berekend?

logo Société de Logement de la Région Bruxelles-Capitale

In Brussel hangt de huurprijs af van verschillende factoren:

  • het inkomen van het huishouden
  • het aantal kinderen ten laste
  • of een lid van het huishouden als gehandicapt wordt erkend
  • de waarde van de woning

     1. Bereken uw huurprijs

Meer weten :
  • De werkelijke huur = basishuur x inkomenscoëfficiënt
  • Basishuur: dit is de theoretische huurwaarde van elke woning. Deze wordt bepaald met een percentage dat varieert tussen 3 en 10% van de geactualiseerde kostprijs van de woning.
  • De inkomenscoëfficiënt: dit is het resultaat van de deling van het huishoudinkomen en het referentie-inkomen.
  • Huishoudinkomen = het totale inkomen van alle leden van het huishouden, exclusief kinderen ten laste.
  • Het referentie-inkomen op 1 januari 2023: 22 869,48 euro.
  • Van de huur moet een bedrag worden afgetrokken:
    • 5% van de kale huur voor één kind ten laste
    • 10% voor twee afhankelijke kinderen
    • 20% voor drie afhankelijke kinderen
    • voor een gehandicapt kind wordt het equivalent van twee afhankelijke kinderen afgetrokken
    • voor elke gehandicapte volwassene wordt 20% afgetrokken


     2. Huurkortingen

Voor het jaar 2023 mag de huur niet minder bedragen dan 104,77 euro per maand of minder dan de helft van de basishuur.


Het huurplafond
 :

Dit zijn de regels voor de huurplafonds in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest :

  • De huur mag niet meer bedragen dan 20% van het huishoudinkomen ALS het huishoudinkomen lager is dan het referentie-inkomen en ALS het huishouden een geschikte woning bewoont, of als er een verzoek om overplaatsing van het huishouden is geweest.
  • De huur mag niet meer bedragen dan 22% van het huishoudinkomen ALS het huishoudinkomen hoger is dan het referentie-inkomen en lager dan het passend inkomen. Dit is relevant als het huishouden in een aangepaste woning woont of een overplaatsing heeft aangevraagd.
  • De huur mag niet hoger zijn dan de normale huurwaarde van de woning. Deze wordt jaarlijks vastgesteld aan de hand van een door het SISP vastgestelde coëfficiënt.
  • De huurprijs mag niet meer dan 20% hoger zijn dan de huurprijs van augustus van het voorgaande jaar.
  • Het bedrag dat als huur en als maandelijkse solidariteitsbijdrage wordt betaald, mag niet hoger zijn dan 24% van het inkomen van het huishouden indien het huishouden in een aangepaste woning woont of een overplaatsing heeft aangevraagd.

Verlaging van de voorheffing op onroerend goed :

In bepaalde gevallen kunnen huurders in aanmerking komen voor een vermindering van de onroerende voorheffing.

MAAR deze vermindering kan niet worden gecombineerd met een huurvermindering voor een of meer kinderen ten laste. Met andere woorden, de vermindering van de onroerende voorheffing wordt afgetrokken van de huurvermindering. Als u geen kinderen ten laste hebt, maar samenwoont met een volwassene die als gehandicapt is erkend, krijgt u de vermindering van de onroerende voorheffing terugbetaald of wordt deze van uw huur afgetrokken.


     3. Huurherziening

Het is niet mogelijk uw huur in de loop van het jaar te verlagen, tenzij uw inkomen ten minste 20% lager is dan het inkomen op basis waarvan de werkelijke huur wordt berekend.

Elk jaar wordt via een herzieningsprocedure de huurprijs vastgesteld. Elk element van de werkelijke huur wordt opnieuw berekend:

  • De kostprijs van de woning
  • Het referentie-inkomen
  • De werkelijke huurprijs
  • Wijzigingen in de gezinsomstandigheden (bv. een geboorte) kunnen van invloed zijn op de te betalen huur.

     4. Huursupplementen

Voor over-aangepaste huisvesting

Als de woning twee kamers meer heeft dan het voor het huishouden vereiste aantal, moet het huishouden een extra bedrag per kamer betalen, bovenop de berekende huurprijs. Deze toeslag moet tegelijk met de maandelijkse huur worden betaald.

Voor huishoudens met een gehandicapte, een persoon ouder dan 60 jaar of die een overplaatsing hebben aangevraagd, gelden de toeslagen niet. Kamers kleiner dan 6m2 vallen hier niet onder.

Voor passieve, energiezuinige of zeer energiezuinige woningen en maandelijkse solidariteitsbijdragen

Informatie vindt u op de website van de Huisvestingsmaatschappij van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.


     5. Kortingen voor huurders

Uw SISP kan u een huurverlaging geven als u geld besteedt aan werkzaamheden om uw sociale woning te verbeteren, als u in bijzonder moeilijke omstandigheden verkeert of als uw huur stijgt.

Meer informatie vindt u op de website van de Huisvestingsmaatschappij van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.


     6. Matige tot middelgrote woningen

De functie voor dit type huur is anders, vind alle informatie op de website.


     7. Huurkosten

Ze zijn niet inbegrepen in de huurprijs voor sociale woningen, woningen met een middelgroot inkomen en woningen met een laag inkomen.

Dit zijn alle kosten die verband houden met het gebruik van de woning. Ze worden gedeeld door de huurders. Ze staan niet op dezelfde rekening als uw huur omdat ze dienen om het onderhoud, de schoonmaak, de verwarming, enz. te betalen.

U moet uw servicekosten maandelijks betalen, vooraf en in de vorm van een waarborgsom. Eenmaal per jaar wordt een jaaroverzicht opgesteld, dat u volgens het reglement gedurende één maand kunt inzien.


#HuisvestingSociaal