Naar inhoud

Bijstandsorganisaties - Stand van zaken

Datum: 1 september 2023 SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 976 van TINE VAN DER VLOET aan HILDE CREVITS, VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN

TINE VAN DER VLOET

Een bijstandsorganisatie helpt budgethouders bij de opstart en het beheer van hun persoonsvolgend budget (PVB) en de organisatie van hun ondersteuning. Een bijstandsorganisatie kan ook de houders van een persoonlijke-assistentiebudget (PAB) deskundig advies verlenen over hun verplichtingen en activiteiten als werkgever (aanwerving van assistenten, richtlijnen van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH), overeenkomsten, reglementering interim-arbeid, ...).

Nieuwe budgethouders met een PAB of PVB kunnen gedurende het eerste jaar een beroep doen op gratis lidmaatschap en bijstand van een bijstandsorganisatie naar keuze. Dat kan voor zij die een toekenning of terbeschikking kregen vanaf 21 mei 2021.

De gratis bijstand heeft als doel om het PVB of PAB tijdig, correct en gericht op te starten conform de geldende richtlijnen en bestedingsregels. Per persoon met een handicap die voor het eerst een PVB of PAB ter beschikking gesteld krijgt, wordt een bedrag van 800 euro uitgetrokken voor hoogdrempelige bijstand verleend door een erkende bijstandsorganisatie.

Op 16 maart 2023 stelde ik schriftelijke vraag nr. 499 over dit onderwerp. De minister schreef toen in haar antwoord dat het VAPH en de bijstandsorganisaties in eerste instantie zelf een evaluatie-oefening uitvoeren over de gratis bijstand en het gratis lidmaatschap.

  1. Werd de evaluatie-oefening met het VAPH en de bijstandsorganisaties al uitgevoerd? Zo ja, wat waren de bevindingen van deze evaluatie? Zo niet, wanneer zal die evaluatie uitgevoerd worden?

  2. In het antwoord op schriftelijke vraag nr. 499 schreef de minister dat het VAPH een rondetafelgesprek zou houden met de coaches van elke bijstandsorganisatie om hun ervaringen met gratis bijstand te capteren.

    Vonden die rondetafelgesprekken al plaats? Zo ja, wat waren de bevindingen? Zo niet, wanneer zullen die plaatsvinden?

  3. Ook schreef de minister in haar antwoord dat op basis van de resultaten en conclusies uit de eerste evaluatie-oefening bekeken zou worden of een aanvullend extern uit te besteden onderzoek nodig, wenselijk en haalbaar is.

    Zal er een aanvullend extern onderzoek opgestart worden? Of volstaat de evaluatie- oefening?

  1. Zijn er meer personen opgestart bij een bijstandsorganisatie sinds ze een beroep kunnen doen op gratis lidmaatschap en bijstand?

  2. Heeft de minister er weet van of personen beter geïnformeerd zijn sinds ze gratis lid kunnen worden van een bijstandsorganisties? Zijn er nu bijvoorbeeld minder probleemdossiers dan voorheen het geval was?

HILDE CREVITS

  1. Een eerste evaluatie werd inderdaad uitgevoerd door VAPH en bijstandsorganisaties samen. De resultaten worden voorgelegd op het Raadgevend comité.

    Eind 2023 – begin 2024 zullen nog 2 bijkomende initiatieven worden genomen om de resultaten van de evaluatie nog verder aan te vullen en te verdiepen:

    • Een extern uitgevoerde bevraging (uitbesteed wetenschappelijk onderzoek) van budgethouders die recht hadden op gratis bijstand en er geen gebruik van hebben gemaakt.

    • Een ronde tafel gesprek met (een vertegenwoordiging van) de coaches van de bijstandsorganisaties.

  2. Deze gesprekken zullen eind 2023 – begin 2024 worden ingepland.

  3. Het VAPH zal een wetenschappelijk onderzoek uitbesteden om budgethouders te laten bevragen die recht hadden op gratis bijstand en er geen gebruik van hebben gemaakt.

  4. De resultaten van de analyse kunnen gedeeld worden na de bespreking ervan op het Raadgevend comité. Ik wil er wel op wijzen dat het doel van gratis bijstand niet zozeer is om meer mensen gebruik te laten maken van een bijstandsorganisatie, maar om meer mensen tijdig en correct te laten starten met hun budget (PAB of PVB).

  5. De resultaten van de analyse kunnen gedeeld worden na de bespreking ervan op het Raadgevend comité.