Om dit te benadrukken, lanceert de organisatie een eigen online versie van Mijnenveger, gebaseerd op echte statistieken en oorlogsgebieden. 

Wanneer militaire troepen een oorlogsgebied verlaten, blijven landmijnen en explosieven soms nog decennialang achter. In 2022 resulteerde dit wereldwijd in minstens 4,710 doden en talloze gewonden.

Er zijn nog steeds zo'n 60 verschillende gebieden die verontreinigd zijn. Handicap International heeft er drie uitgekozen voor www.wordmijnenveger.be. Op deze website wordt het klassieke mijnenvegerspel gecombineerd met Google Earth.

Spelers hebben op de website ook de mogelijkheid om een donatie te doen aan Handicap International. Ondanks de jaarlijkse internationale steun van bijna 800 miljoen dollar (ongeveer 731 miljoen euro) voor de verwijdering van landmijnen, meldt Antoine Sépulchre, algemeen directeur van Handicap International België, dat er nog steeds een tekort aan middelen en hulp is. Dit tekort zal naar verwachting in de komende jaren niet verbeteren gezien de huidige mondiale situatie. Het geld zal worden gebruikt voor apparatuur en de training van nieuwe mijnopruimers.

Hoewel meer dan honderd landen het gebruik van antipersoonsmijnen en clusterbommen hebben afgezworen, worden explosieve wapens en mijnen nog steeds ingezet in conflicten tussen Rusland en Oekraïne en tussen Israël en Hamas. Deze wapens zijn vaak gericht op burgers, waarbij mannen traditioneel het voornaamste doelwit waren, maar de laatste jaren stijgt het aantal vrouwen en kinderen dat slachtoffer wordt.

In sommige gevallen laten militairen boobytraps achter in bijvoorbeeld keukenkasten, die vaak als eerste worden geopend door vrouwen die naar huis terugkeren. Ook wordt er gesproken over explosieven die worden verstopt in speelgoed, gemaakt van alledaagse voorwerpen die gemakkelijk de aandacht van kinderen trekken, zoals kleurrijke items of knuffels, aldus Alma Taslidzan, een expert bij Handicap International.

Voor meer informatie klik hier