Naar inhoud

Persoonsvolgend budget (PVB) - Personen met een niet-aangeboren hersenletsel (NAH) of tetraplegie

Datum: 12 juli 2023 SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 911 van TINE VAN DER VLOET aan HILDE CREVITS, VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN

TINE VAN DER VLOET

Wanneer een persoon door een niet-aangeboren hersenletsel (NAH) of tetraplegie (een verlamming van de vier ledematen) ten gevolge van een hoge dwarslaesie een plotse en onomkeerbare breuk in de levenslijn ondervindt, dan kan deze een PVB aanvragen via de procedure voor personen met een NAH of tetraplegie.

De procedure voor personen met een NAH of tetraplegie verloopt in vijf stappen. Eerst wordt nagegaan of de aanvrager in aanmerking komt en voldoet aan enkele specifieke voorwaarden. Daarna moet die persoon het aanvraagformulier ‘aanvraag van ondersteuning via de procedure voor personen met een niet-aangeboren hersenletsel of tetraplegie’ invullen en bezorgen aan het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH). Dat aanvraagformulier mag ten vroegste drie maanden na de plotse breuk met de levenslijn ingediend worden.

Vervolgens moet de aanvrager een medisch attest laten invullen door de revalidatiearts en dat aan het VAPH bezorgen. Daarna moet de zorgzwaarte in kaart gebracht worden. Dat gebeurt door een multidisciplinair team aan de hand van het zorgzwaarte-instrument (ZZI). Dat kan ten vroegste zes maanden na de plotse breuk in de levenslijn en moet afgenomen worden terwijl de persoon in het revalidatiecentrum verblijft.

Als het VAPH vaststelt dat de persoon aan de criteria voor de NAH-procedure voldoet, dan wordt die automatisch erkend als een persoon met een handicap. In afwachting van de toewijzing en de terbeschikkingstelling van het budget kan de betrokken persoon met een handicap aanspraak maken op zeven dagen op zeven dag- en woonondersteuning die wordt geboden door een vergunde zorgaanbieder.

Om na de tijdelijke directe financiering aanspraak te kunnen maken op een definitief PVB, moet de persoon binnen de 12 maanden na ontvangst van de beslissing een ondersteuningsplan persoonsvolgend budget (OP PVB) invullen en indienen. Daarna zal het VAPH de budgethoogte bepalen en de aanvraag automatisch indelen in prioriteitengroep 1.

1. In het besluit van de Vlaamse Regering over de zorg en ondersteuning voor personen met een niet-aangeboren hersenletsel of tetraplegie ten gevolge van een hoge dwarslaesie met de hoogste zorg- en ondersteuningsnood staat in hoofdstuk IV artikel 6 §2 het volgende te lezen: “Het agentschap kan voor dertig personen met een handicap voor wie een beslissing als vermeld in artikel 4, § 3, is genomen, zeven dagen op zeven dag- en woonondersteuning subsidiëren. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, kan dat aantal aanpassen.”

Hoeveel personen maakten in 2022 gebruik van zeven dagen op zeven dag- en woonondersteuning in afwachting van een PVB? Hoeveel personen waren dat er in 2021, 2020 en 2019? Heeft de minister het aantal van dertig personen al eens aangepast?

  1. Hoeveel personen met een NAH of tetraplegie verblijven momenteel bij een vergunde zorgaanbieder in afwachting van een PVB?

  2. Hoe lang moesten personen met een NAH of tetraplegie in 2022 gemiddeld wachten op een PVB? Hoe lang bedroeg de gemiddelde wachttijd in 2021, 2020 en 2019? Graag een opdeling per provincie.

  3. Hoeveel PVB’s werden aan personen met een NAH of tetraplegie gegeven in 2022? Hoeveel in 2021, 2020 en 2019? Graag een opdeling per provincie.

  4. Hoeveel budget werd er in 2022 uitgetrokken om personen met een NAH of tetraplegie zeven dagen op zeven dag- en woonondersteuning te bieden? Hoeveel was dat in 2021, 2020 en 2019? Is de minister van mening dat dit budget voldoende is? Was er in 2022, 2021, 2020 en/of 2019 een restbudget? Zo ja, hoeveel bedroeg dat? Graag een opdeling per jaar.

  5. Het aanvraagformulier om ondersteuning aan te vragen mag ten vroegste drie maanden na de plotse breuk met de levenslijn ingediend worden.

    Waarom werd er gekozen voor een periode van drie maanden?

  6. Ten vroegste zes maanden na de plotse breuk in de levenslijn kan de zorgzwaarte in kaart worden gebracht. Dat gebeurt door een multidisciplinair team.

    Waarom kan dat ten vroegste zes maanden voor de breuk in de levenslijn?

HILDE CREVITS

1. In het jaar van de opstart van de procedure (2018) subsidieerde het VAPH directe financiering voor zeven dagen op zeven dag- en woonondersteuning voor maximaal 30 personen. Vanaf 2019 werd het aantal beschikbare plaatsen uitgebreid tot 57.

Hieronder wordt een overzicht gegeven van het aantal personen dat binnen een bepaald jaar beroep deed op directe financiering in het kader van de NAH-procedure. Daarbij moet opgemerkt worden dat eenzelfde ‘plaats’ door meerdere personen ingenomen kan worden (uitstroom doorheen het jaar), waardoor het aantal personen hoger kan liggen dan het maximum aantal beschikbare plaatsen.

J

  1. Op dit moment zijn er 21 overeenkomsten directe financiering in het kader van de NAH-procedure lopende bij een vergunde zorgaanbieder.

  2. De tabel hieronder toont per jaar het aantal terbeschikkingstellingen van persoonsvolgende budgetten in het kader van de NAH-procedure. Daarnaast wordt voor deze dossiers weergegeven hoeveel de gemiddelde doorlooptijd was tussen de goedkeuring van de aanvraag en de startdatum van de terbeschikkingstelling van het persoonsvolgend budget.

    De terbeschikkingstellingen gebeuren op basis van de rangschikking binnen de prioriteitengroepen. Deze rangschikking gebeurt op Vlaams niveau. Een verdere opsplitsing per provincie biedt geen betekenisvolle bijkomende informatie. Bovendien is de grootte-orde van de aantallen te klein om de gegevens verder op te splitsen.

  3. Zie vraag 3

  4. Er is geen apart budget voor personen met NAH of tetraplegie. Dat budget maakt deel uit van de begrotingspost waarop alle tussenkomsten aan de voorzieningen worden aangerekend, samen met de geboden ondersteuning aan andere doelgroepen, op basis van het ingezet personeel. Binnen de begrotingspost wordt erop toegezien dat er voldoende budget beschikbaar is voor de werkelijke invulling van de NAH-plaatsen. Het resterende budget wordt maximaal ter beschikking gesteld voor de persoonsvolgende budgetten.

    Wel kan de maximale kost berekend worden, indien alle plaatsen het hele jaar zouden zijn ingevuld en vergeleken worden met de werkelijke kost.

  5.  Om te bepalen of er sprake is van een handicap volgens de definitie van het VAPH en om de ondersteuningsnoden en de ondersteuningsvraag van een persoon accuraat te kunnen bepalen, is het belangrijk dat er sprake is van een stabiele situatie. Bij aandoeningen waarbij er nog een positieve evolutie mogelijk is, wordt daarom aangeraden om de periode van revalidatie af te wachten alvorens een vraag naar een persoonsvolgend budget te stellen. Richtinggevend gaat dit meestal om een periode van een zestal maanden.

    Bij de NAH-procedure werd van dit principe afgeweken, omdat het bij de beoogde doelgroep gaat om problematieken waarbij het vrij snel na de breuk in de levenslijn duidelijk is dat het gaat om een onomkeerbare situatie waarbij er ernstige beperkingen en participatieproblemen van blijvende aard zullen zijn. Er kan dus vroeger in het revalidatieproces een beeld verkregen worden van de prognose.

  6.  Om de ondersteuningsnoden accuraat in te schatten moet het revalidatieproces voldoende gevorderd zijn zodat er sprake is van een stabiele situatie. Enkel dan is het mogelijk om het functioneren op de verschillende levensdomeinen (zelfredzaamheid, gedragsproblemen ...) adequaat in te schatten.