Naar inhoud

Normen: gebruiksgemak

Uittreksel uit de gids voor het ontwerpen van een toegankelijk gebouw

►VOOR WIE...

Voor iedereen.
►WAAROM...

Voor zittende en korte mensen:
- Behoefte om te kunnen genieten van uitzicht vanuit ramen in het gebouw.
Behoefte aan visueel comfort: de hoogte van de dorpels en het type leuningen op balkons en terrassen mogen het gezichtsveld van zittende en kleine mensen niet belemmeren.

Voor mensen die slecht ter been zijn:
- Moeten op adem kunnen komen en rusten in zeer grote ruimtes;
- Moeten op zeer grote oppervlakten op adem kunnen komen en kunnen rusten; ° Moeten voorkomen dat zij lange tijd in wachtrijen staan.
Behoefte aan regelmatige rustplaatsen.

Voor mensen met beperkte kracht:
- Moeten voorkomen dat ze bewegingen moeten maken die veel kracht vergen. Bijvoorbeeld het openen van jaloezieën, deuren, enz.

Behoefte aan lage weerstand en/of automatisering van apparaten.

Voor visueel gehandicapten :
- Moeten niet verblind worden;
- Moeten de akoestiek van het gebouw kunnen gebruiken om hun weg te vinden.
Behoefte aan goede verlichting, contrasten tussen muren/vloeren/plafonds, akoestisch comfort.

Voor slechthorenden :
Noodzaak om de spreker te begrijpen: correct kunnen horen wat hij of zij zegt, gezichtsuitdrukkingen zien en liplezen (liplezen);

Noodzaak om zich te kunnen verplaatsen zonder gestoord te worden door galmende ruimtes;
Noodzaak om geluidsinformatie in openbare gebouwen (stations, winkelcentra) te begrijpen.

Behoefte aan akoestisch comfort en geluidsversterking.

Voor mensen met leermoeilijkheden :
- Behoefte aan duidelijke en georganiseerde circulatie;
- Behoefte om zich in niet-stressvolle ruimten te bewegen.
Behoefte aan visueel en akoestisch comfort en intuïtieve circulatie.

  •  

    ►HOE...

    Voorzien in :

    1. Visueel comfort: bij het ontwerp van het gebouw is het belangrijk rekening te houden met het gezichtsveld van een zittend persoon bij het bepalen van de hoogte van de dorpels en het type leuningen op terrassen en balkons.

    2. De aanwezigheid van rustplaatsen op regelmatige afstanden en uit de buurt van alle verkeer, alsmede in ontvangstruimten: banken, ischiatische steunen, vrije plaatsen voor mensen in een rolstoel moeten in voldoende mate aanwezig zijn.

    3. De automatisering van bepaalde apparaten: vanaf het ontwerp van het gebouw of door ervoor te zorgen dat de bekabeling al aanwezig is voor latere implementatie.

    4. Adequate, voldoende en goed gerichte verlichting. De eerste prioriteit is natuurlijke verlichting. De oriëntatie van de ramen moet zodanig zijn dat de bewoners van het gebouw niet worden verblind. Is dit niet het geval, dan moet worden gezorgd voor camouflage. Kunstlicht is essentieel om het over te nemen op bepaalde momenten van de dag en in het geval dat de ruimten geen natuurlijk licht hebben. Een goede verlichting maakt het mogelijk, door de opstelling van de armaturen, hun intensiteit en oriëntatie, iedereen in het gebouw te oriënteren. Contrast tussen muur, vloer, plafond en meubilair kan het ook gemakkelijker maken voor visueel gehandicapten om zich te verplaatsen.

    5. Akoestisch comfort: door het gebruik van geschikte (absorberende) materialen op het plafond, de muren en de vloer van het gebouw, door het gebruik van speciale isolatie, door de integratie van een geluidsversterkingssysteem (inductielus, enz.).

    6. Ruimtelijke oriëntatie : Een logisch georganiseerd gebouw met oriëntatiepunten en doorzichten van de ruimten. De aanwezigheid van uitzichten naar buiten maakt een ruimtelijke (positie in het gebouw) en temporele (lichtsterkte, referentiepunt in de dag) oriëntatie mogelijk.

    Bekijk de volledige gids in PDF-formaat