Enkele verklaringen :

Alle particuliere parkeerplaatsen moeten ten minste 2 gereserveerde plaatsen hebben.
- Voor gebouwen die niet in de eerste plaats bestemd zijn voor gehandicapten: 3% van het totale aantal parkeerplaatsen (naar boven afgerond).

- Voor gebouwen die in de eerste plaats bestemd zijn voor gehandicapten of ouderen: 6% van het totale aantal plaatsen (naar boven afgerond).

Afmetingen :
Zij-aan-zij of gespreid parkeren verdient de voorkeur:
- de breedte moet ten minste 330 cm bedragen
- de lengte moet 500 cm bedragen (standaardlengte). Achter de parkeerplaats moet echter een beveiligde ruimte zijn aangebracht zodat een persoon in een rolstoel het voertuig aan de achterzijde kan in- of uitstappen.

Als zij-aan-zij parkeren niet mogelijk is, is het mogelijk om achter elkaar te parkeren:
- de breedte moet 250 cm zijn (standaardbreedte)
- de lengte zal 600 cm bedragen om toegang via de achterkant van het voertuig mogelijk te maken.

De gereserveerde plaats bevindt zich op maximaal 50 meter van de ingang van het gebouw om de bewegingen van het doelpubliek te beperken.

Het grondoppervlak is horizontaal. Een helling is toegestaan, maar mag niet meer dan 2% bedragen.

In het geval van ondergrondse parkeergarages moet de vrije ruimte ten minste 240 cm bedragen. Dit om de doorgang van een bestelwagen (een voertuig dat vaak door rolstoelgebruikers wordt gebruikt) mogelijk te maken.

Tussen de parkeerplaatsen en de ingang van het gebouw moet een veilige en gemakkelijke weg zijn. Deze moet voldoen aan de normen van het blad "drempelvrije vloer". In het algemeen moet deze op één niveau liggen. Indien er een stoeprand aanwezig is tussen de parkeerplaats en de toegangsdeur, moet deze een directe doorgang op maaiveldniveau mogelijk maken.

Locaties aan de uiteinden verdienen de voorkeur, zodat de autodeur zich niet tussen twee auto's bevindt.

De plaats waar de rolstoelgebruiker moet overstappen wordt beveiligd.

De gereserveerde plaatsen worden met borden aangegeven:

Gebruik van het officiële E9A-bord + extra bord (internationaal pictogram dat de rolstoelgebruiker voorstelt). Dit bord moet met zijn rand op minder dan 220 cm van de grond worden geplaatst, zodat het zichtbaar is voor mensen in auto's en geen belemmering vormt voor het verkeer van slechtziende of blinde voetgangers.

Gebruik van een specifieke markering op de grond: blauwe achtergrond, witte contourlijnen en in het midden, in het wit, een tekening van het internationale symbool van de gehandicapte. Hierdoor zal de ruimte gemakkelijk herkenbaar zijn voor zowel gehandicapten als niet-gehandicapten, die zich niet op de gereserveerde plaats zullen begeven.