Naar inhoud

Paul Wittgenstein, Oostenrijk, 1887 - 1961

Paul Wittgenstein is een Oostenrijkse pianist die zijn rechterarm verloor.

Paul Wittgenstein studeerde piano bij Malvine Bree en later bij de Poolse virtuoos Theodor Leschetizky. Hij maakte zijn publieksdebuut in 1913 en kreeg lovende kritieken. Het jaar daarop brak echter de Eerste Wereldoorlog uit en werd hij opgeroepen om te vechten. Gewond en gevangen genomen door Rusland tijdens een aanval op Polen, moest hij zijn rechterarm laten amputeren. Tijdens zijn herstelperiode nam hij zich voor om alleen met zijn linkerhand piano te blijven spelen. Na het einde van de oorlog werkte Wittgenstein intensief, bewerkte stukken voor alleen de linkerhand en leerde nieuwe stukken die zijn oude meester Josef (die zelf blind was) voor hem had gecomponeerd. Daarna kon hij zijn concerten hervatten en opnieuw bekendheid en bewondering oogsten. Maurice Ravel schreef hem het Concerto voor de linkerhand, dat Wittgenstein bijzonder beroemd maakte, hoewel zijn "vrije" interpretatie van de partituur tot heftige geschillen met de componist leidde. Sergei Prokofiev componeerde ook een concerto voor hem, het "Vierde Concerto", maar dat beviel Wittgenstein niet en hij speelde het nooit in het openbaar. Verschillende van de stukken die Wittgenstein in opdracht schreef, worden tegenwoordig vaak uitgevoerd voor twee handen.